Als kind was ik al urenlang zoet met het verzinnen van verhalen. Ik schreef ze op, sprak ze in op cassetteband-jes, en voerde ze op in toneelstukken met zang en dans. Het eerste verhaal dat ik schreef was een soort strip-verhaal over Prins Puntje: een punt met een kroon op, die overal het laatste woord op wilde hebben.
Later schreef ik er nog een heleboel, in alle mogelijke genres (ik herinner me titels als Kannibalië, Watersnood en De passiebloem), totdat ik naar de universiteit ging voor de opleiding Cultuurwetenschappen. Daar ruilde ik mijn fantasieverhalen in voor wetenschappelijke teksten over kunst, literatuur en filosofie.
Het duurde vele jaren voordat ik de stap naar deze droom durfde te zetten, simpelweg omdat ik steeds te horen kreeg dat daar geen brood mee te verdienen viel. Eerst op de basisschool (waar mijn creaties niet werden begrepen) en later op de middelbare school (waar ik al zo ver van mijn eigen creativiteit was afgedwaald dat ik niet eens meer durfde te creëren). Toch deed ik een poging om te worden toegelaten tot de Kunstacademie. Helaas.
Aan de slag als zelfstandige
Ik ging Social Work studeren en na het behalen van mijn propedeuse ging ik naar de universiteit voor de oplei-ding Cultuurwetenschappen. Daarna volgde ik de mas-ter Kunsteducatie. Ik moest en zou iets met kunst doen, al was het verhalen vertellen inmiddels naar de achter-grond verdwenen.
In 2015 begon ik onder de naam buro-P over kunst te schrijven. Al snel verruilde ik mijn bureau voor het 'veld'. Ik interviewde kunstenaars voor magazines, stelde exposities samen voor musea, en ik ontwikkelde allerlei educatieve programma's. Vooral het werken met en voor kinderen vond ik leuk. Het ging me gemakkelijk af en ik kwam weer in contact met mijn eigen creativiteit.
Creatieve remmingen
Tijdens het geven van rondleidingen en workshops ver-baasde ik me er vaak over hoe serieus kinderen al zijn, hoeveel ze van zichzelf eisen, en hoe gefocust ze zijn op het geven van 'goede' antwoorden en het maken van 'goede' kunstwerken.
Het viel me op dat kinderen (net als ik vroeger) worden geremd in hun creativiteit. In een kleuterklas hing zelfs een poster op waarop stond hoe de kinderen moesten kleuren: niet zo (buiten de lijntjes) maar zo (binnen de lijntjes). Dat raakte me zo diep, dat ik een pauze nam om het creatieve kind in mezelf te hervinden.
"Pas als je van binnenuit creëert,
is het echt. Puur. Authentiek.
Daar is moed voor nodig."


Een wijze les
Eindelijk drong het tot me door waarom ik het plezier in mijn werk verloor, en ook waarom ik destijds niet was toegelaten tot de Kunstacademie. Sinds ik had ontdekt dat er onderscheid werd gemaakt tussen 'goede' en 'slechte' kunst was ik vanuit mijn hoofd gaan creëren. Ik wilde het goed doen! Maar goed volgens wie?
Uiteindelijk kostte het me dik dertig jaar om erachter te komen dat ik al een kunstenaar bén, en dat ik dat altijd ben geweest. Een levenskunstenaar die haar eigen pad bewandelt. Die schrijft, schildert, danst, zingt en ac-teert als ze daar zin in heeft. En daar dolgelukkig van wordt!
- Patricia